Chocolade, dat lusten ze niet in Nicaragua

Chocolade, dat lusten ze niet in Nicaragua

30/10/2014

In Nicaragua zeggen de Nicaraguanen niet het voor hun onverstaanbare ‘Vredeseilanden’ maar ‘VECO Mesoamérica’. In de hoofdstad Managua heeft Melba Navarro haar bureautje van waaruit ze bergen werk verzet. Melba is specialiste voor het cacaoprogramma in Nicaragua en Honduras. Ze werkt nog maar net voor Vredeseilanden, maar de passie voor cacao zit er al veel langer in. Via haar vorig werk voor het nationale cacaoplatform van Nicaragua specialiseerde ze zich in cacao wereldwijd. Melba vertelt hoe haar werk eruit ziet en wat cacao betekent voor de Nicaraguanen. Cacao, geen chocolade, want dat lusten ze niet echt, zo blijkt.

Melba Navarro, cacaospecialist

“In Nicaragua maken we vooral drankjes met cacao: ‘pinolillo’. Cacao wordt gemengd met een aantal andere granen en dan voeg je water toe. Die drankjes zijn hier heel populair. De Maya’s mengden, voor de komst van de Spanjaarden, cacao met mais. Een drank voor de goden, voor aristocratieën en het leger want het gaf veel energie. Nu mengen we het met granen en water. Chocolade is een Europese uitvinding. Volgens de Nicaraguanen wordt de meeste chocolade gemaakt in Zwitserland. De associatie met België is er niet. Dat is trouwens net hetzelfde voor bier, dat komt uit Duitsland zeggen ze hier.”

Organisaties versterken

“We werken heel erg hard op de versterking van boerenorganisaties. Wat is dat concreet? We bekijken wat er goed loopt binnen de organisatie en waar het nog kan verbeteren. Daarvoor maken we een soort van diagnose. Ik overleg met mijn collega’s: hoe gaan we dit en dat veranderen? Welke aanpak is nodig? Met dat plan gaan we dan terug naar de coöperatie waar we mee samenwerken. Vaak gaat het om ondernemingsgeest creëren, dat is heel belangrijk voor organisaties. Daar geven we opleidingen voor. Maar alles is niet zomaar herhaalbaar. Je geeft bijvoorbeeld een algemene cursus; de ene kent het al en zit zich dood te vervelen, de andere snapt er niks van en geraakt niet verder. Je moet opleidingen heel concreet afstemmen op de leden en bestuursleden van de coöperaties.”

“Soms moet een coöperatie nieuwe mensen aannemen. Ook dat bekijken we samen: Cv’s opvragen, interviews afnemen, een contract afspreken. Dat zijn essentiële dingen als je een bedrijf wilt leiden. Dat is opnieuw een leerproces: offertes aanvragen, hoe de beste persoon voor de job aannemen en niet zomaar een vriend of een zoon van één van de leden.”

Brandhout of biogas

“Vredeseilanden heeft een fonds waarmee we innovatie willen stimuleren. In Nicaragua bekijken we met de universiteit of het hout in de ovens waarmee cacaobonen worden gedroogd, kan vervangen worden door meer duurzame brandstoffen. Zijn er alternatieven? Daarvoor werken we samen met een aantal ingenieurs. Niet alle voorstellen zijn haalbaar voor de boeren. Er was een idee om te stoken met de omhulsels van de cacaobonen. Want die liggen toch in de velden, zo redeneerde men. Organiseer dat maar: je moet dat overal ophalen. Soms ben je zes uur lang onderweg om een veld te bereiken. Dat heeft geen zin. Plus de boer is zijn meststof kwijt. Bij ieder innovatief project moet je vragen stellen. Is het toepasbaar? Hoeveel gaat dat kosten? Is dat kostenefficiënt? Wie gaat dat betalen? Je moet kosten berekenen, documenten opstellen, overleggen….”

Cacao als inkomen

“Er is nu ook veel aandacht van chocoladebedrijven omdat de vraag naar goede cacao zo groot is. Er zijn veel nieuwe bomen geplant. Maar voor je kan oogsten, moet je drie jaar wachten. Dus moet je ook drie jaar wachten op een inkomen. Het voordeel is wel dat cacao het hele jaar door opbrengt als je de plantage goed verzorgt. Bij koffie is dat anders. Daar heb je 1 keer per jaar een inkomen van. Cacao brengt iedere maand op. Soms met een piek, soms valt het tegen. Maar je kan wel een betere planning maken voor je gezin. Ook ecologisch heeft cacao voordelen: het kappen van bomen wordt tegengegaan. Stukken land worden herbebost want je hebt schaduwbomen nodig voor de cacaobomen. Veel grasland voor vee wordt nu terug herbebost. En de teelt is vaak biologisch. Uit noodzaak, want veel boeren zijn te arm om pesticiden te kopen. “

“In de jaren 1990-2000 waren er veel plagen en ziektes zoals monilla. De cacaoteelt zakte in elkaar. Die ziekte was nieuw in Midden-Amerika. Niemand wist toen hoe je dat moest bestrijden. Je moet de slechte vruchten verwijderen. Anders krijg je een soort van wit poeder, een schimmel die zich ver-spreidt. Dus als je niet naar je plantage omkijkt, dan gaat het mis. Maar door de slechte prijzen in die jaren hadden de boeren minder aandacht voor cacao. Tot de productie in Ivoorkust afnam door de burgeroorlog. De productie hier kreeg terug een boost en de prijzen werden weer beter. De vraag naar cacao stijgt wereldwijd. Boeren zien weer toekomst in de cacaoteelt.”