Op 10 juni 2014 trokken we met collega's van Vredeseilanden naar Herent om te ontdekken hoe een van de eerste FairTradeGemeenten ook na tien jaar nog steeds bruist van dynamiek. Het kader van FairTradeGemeente brengt in Herent geëngageerde burgers, boeren, politici en ondernemers samen om zorgzamer en duurzamer met voedsel en landbouw om te springen. Met resultaat. Jan Wyckaert schreef dit verslag neer.
Wat is duurzaam?
Op een regenachtige maar warme junidag ontvangen Paul Saelens en zijn vrouw Lydie Wuyts een uitgebreide delegatie van Vredeseilanden op hun landbouwbedrijf. Paul maakt tijdens de rondleiding een paar kritische kanttekeningen bij de standpunten van Vredeseilanden. Hij vindt dat de organisatie zich teveel opwerpt als verdediger van biologische landbouw en te weinig de inspanningen ziet en waardeert van boeren die binnen hun mogelijkheden en beperkingen, eigen aan de lokale context, werken aan de verduurzaming van hun bedrijfsactiviteiten.
Paul Saelens heeft bijna 200 runderen. Zijn bedrijf ligt in Herent, een rustige gemeente die aan Leuven grenst en die tegelijk onderhevig is aan de druk vanuit het grootstedelijk Brussels gewest. Hij wil zijn veestapel niet uitbreiden, niet alleen omdat groei hoge investeringskosten vraagt, maar vooral omdat hij zijn buren en buurt geen overlast wil bezorgen.
Zijn zoon besliste recent om in het bedrijf te stappen en zet daarmee de familiale traditie verder, opgebouwd door zijn vader, grootvader en overgrootvader. Het feit dat kinderen in staat zijn en goesting hebben om het bedrijf over te nemen is één van de belangrijkste aspecten van duurzaamheid, volgens boer Saelens. Belangrijkste voorwaarde: de boerenstiel moet zijn zoon een gegarandeerd en leefbaar inkomen opleveren.
Paul Saelens werkt zoveel mogelijk in een gesloten kringloop. 90% van het veevoer (en de noodzakelijke eiwitten) produceert hij zelf – geen Braziliaanse soja dus. Dit is mogelijk omdat hij eigenaar is van grote stukken wei- en klaverland in de directe omgeving van de boerderij. Het grootste deel van zijn mest voert hij uit op dezelfde weilanden. Lydie en Paul slachten ongeveer 3 koeien om de 14 dagen. Lydie is gediplomeerd slager en houdt een boerderijwinkels open. De klanten zijn particulieren én een handvol restaurants in een straal van 5 km rond de boerderij. Daarmee beperken Lydie en Paul fors hun ecologische voetafdruk. Bovendien worden andere schakels in de keten -zoals transporteurs en winkelpunten- uitgeschakeld wat een prijsvoordeel voor de familie Saelens oplevert.
Paul is niet alleen een goede boer maar ook een slimme marketeer. Hij leidt regelmatig leerlingen van de Herentse scholen rond op zijn boerderij. De kinderen overtuigen hun ouders en dat leidt tot nieuwe klanten. Paul Saelens gebruikt, in gedoseerde hoeveelheden, sproeistoffen. Volgens hem weegt dat in de ‘duurzaamheidsbalans’ niet op tegen de bijkomende kosten die hij moet maken mocht hij omschakelen naar biologische teelt. Hij zou de omschakeling naar bio overwegen, mocht hij een betere prijs krijgen voor bio-vlees. Maar het prijsverschil is vandaag te klein en is zeker geen aanmoediging om de zware investering te doen.
Prijs, de bepalende factor voor de consument?
Prijs is inderdaad meestal bepalend voor de consument, zegt Hendrik Draye, zaakvoerder van de Carrefour in Herent. Dat is de reden waarom hij zijn conventionele bananen niet lager prijst dan de Max Havelaar-gelabelde bananen, waardoor die laatste categorie een faire kans krijgt bij de prijsbewuste klant.