Bananen met vlekjes
De volgende morgen vertrok de bus landinwaarts richting Tambacounda, en het nabijgelegen dorp Nguène, waar een producentengroep van de bananenassociatie APROVAG ons met een kleurrijk en warm onthaal opwachtte. APROVAG zet met de steun van Vredeseilanden en andere partners in op de kwaliteitsverbetering van hun bananen, zodat ze goed genoeg worden om te kunnen concurreren met de geïmporteerde tweede keus bananen uit Ivoorkust, en een plaats kunnen veroveren in de schappen van de supermarkten van Dakar.
Binnenkort worden er kabelbanen geïnstalleerd om de bananen van het veld naar de centrale unit te transporteren waar de bananen gewassen en verpakt worden, klaar om de vrachtwagen richting Dakar op te gaan. Tot nu toe gebeurt dit per fiets, waardoor ze al wat blutsen kunnen krijgen, en soms al met bruine vlekjes bij het wasstation toekomen. En dat komt de kwaliteit en het uitzicht natuurlijk niet ten goede.
“We hebben de bananen van APROVAG kunnen proeven, ze zijn zeer lekker, enkel het uitzicht is dus nog een kwaliteitsprobleem”, zegt ex-minister Steven Vanackere. “In ontwikkelde landen gaat veel voedsel verloren door kwaliteitsnormen die te sterk de nadruk leggen op het uitzicht van het voedsel en doordat consumenten meer kopen dan wat ze werkelijk nodig hebben. De FAO berekende dat de helft van wat in geïndustrialiseerde landen wordt verspild zou volstaan om de 870 miljoen ondervoede mensen in de wereld te voeden. Onthutsende cijfers. We moeten er meer bij stilstaan wat nu echt belangrijk is.”
“Diezelfde FAO”, gaat Vanackere verder, “stelt dat in ontwikkelingslanden zich vooral problemen stellen op vlak van oogst-, transport- en opslagtechnieken en van infrastructuur. Dat konden we tijdens de reis zelf vaststellen. Zo moet er lokaal geïnvesteerd worden in wegen en infrastructuur, en er is een inhaaloperatie nodig qua management en techniek.”
Christ’l Joris, voorzitster van onder andere Flanders Investment and Trade en de Foundation Gillès, beaamt: “Een aantal belangrijke factoren moeten ter plaatse aangepakt worden. Deugdelijk bestuur is heel belangrijk, net als gezondheidszorg en onderwijs. De Senegalese overheid moet een klimaat creëren opdat producenten meer kansen krijgen om er te kunnen staan op de lokale markt.”
“De creatie van toegevoegde waarde is belangrijk voor de producenten”, stelt Toon Martens, directeur van de Katholieke Hogeschool Leuven en Limburg, “en dat betekent dat de nodige kennis daarvoor aanwezig moet zijn. Ik heb de indruk dat deze kennis vaak ontbreekt en dat er nog zwaar in onderwijs en vooral technisch onderwijs zal moeten geïnvesteerd worden.”
Het geluk in een sesamzaadje
De volgende dag volgt een bezoek aan een van de producentengroepen die lid zijn van de sesamproducentenorganisatie UGAN. De sesamplanten met hun vrolijke witte bloemetjes staan bijna klaar voor de oogst. Vredeseilanden ondersteunt UGAN in kwaliteitsverbetering en bracht hen in contact met een aantal opkopers, waardoor ze erin geslaagd zijn om een aantal contracten af te sluiten, met onder andere het Franse bedrijf ANI, dat de sesam opkoopt, verwerkt en exporteert naar bedrijven in Europa, en met Marie Diallo, een Senegalees bedrijfje dat sesam verwerkt in cosmetische producten zoals zeep en verzorgingsoliën. In ons hotel in Dakar konden we de zeep en body lotion van Marie Diallo eigenhandig uitproberen onder de douche, in de hotellobby werden de producten te koop aangeboden. Van producent tot eindproduct, de hele keten onder de loep. “Dankzij ons inkomen uit sesam beschikken de vrouwen hier nu over een eigen stuk inkomen dat gebruikt wordt voor gezondheidszorg, onderwijs en het huis”, vertelt madame Seynabou Gaye, voorzitster van de producentengroep.
Belgische bedrijven
Kunnen ook Belgische bedrijven hierin een rol spelen, en ketens inclusiever maken voor kleine producenten? “We moeten zoeken naar ‘shared value’”, zegt Sabine Denis, directeur van Business & Society, “door samen te werken in de supply chain – de aankoopketen – kunnen de partijen elkaar versterken. De samenwerking tussen Colruyt en Vredeseilanden is mijn inziens daarvan een mooi voorbeeld.”
Ook Mieke Vercaeren van Colruyt reisde mee. “Samenwerking, kwaliteit en een sterk marketing plan voor Senegalese producten, daar draait het om”, zegt ze. “En daar willen wij als retailer mee over nadenken. Er komen tal van gedachten bij me op die ik mee terugneem naar Colruyt.”
Pieter Timmermans, ceo van het VBO, is er evenzeer van overtuigd dat de bedrijfswereld nog heel wat kan doen. “Maar een privé-investeerder zal pas investeren wanneer er een zaak is”, stelt hij. “Een investeerder neemt berekende risico’s, en kan slechts in beperkte mate weldoener zijn. Nochtans moet dit laatste ook aanwezig zijn in de bedrijfswaarden wil Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een slaagkans hebben.” Win-win situaties creëren, voor bedrijven en voor boeren, en dit op een manier die de draagkracht van de planeet respecteert, daar draait het om voor Vredeseilanden, en daar hopen we met stakeholders uit het bedrijfsleven, de overheid en het onderwijs verder aan te werken.
Saartje Boutsen