Leerlingen betrekken

Leerlingen zijn deel van het schoolsysteem en moeten ook betrokken worden in het beleid dat een school bepaalt. Ze bieden waardevolle perspectieven en moeten als evenwaardige partner beschouwd worden. Er zijn drie soorten betrokkenheid:

• Emotionele betrokkenheid gaat over het gevoel van betrokkenheid: hoe waardevol vindt iemand iets?
• Gedragsbetrokkenheid: je staat achter het beleid en handelt hier ook naar.
• Cognitieve betrokkenheid verwijst naar onze intrinsieke motivatie: hoe belangrijk vinden leerlingen zélf gezonde, duurzame voeding en willen ze dit ook in de praktijk brengen?

Wanneer je op school een gedragen voedingsbeleid wil implementeren, is het belangrijk dat je leerlingen hier ook een actieve rol in geeft. Enerzijds zorg je er zo voor dat het voedingsbeleid effectiever is en breed gedragen wordt. Anderzijds stimuleer je leerlingen in hun persoonlijke groei en breng je hen waardevolle kennis bij. Dat leidt allemaal tot een positieve en inclusieve schoolcultuur.

Aan de slag

1. Zoek je bondgenoten

Voor een stevig gedragen voedingsbeleid is er een werkgroep nodig. Die bestaat best uit leerkrachten, directie, (keuken)personeel, ouders en leerlingen. Concreet kan je leerlingen een plekje geven door hen mee te laten nadenken over geplande acties en nieuwe afspraken rond voeding. Nog op zoek naar een groep geëngageerde leerlingen? Klop zeker eens aan bij de leerlingenraad.

Leerlingen inspireren elkaar veel meer dan volwassenen dat doen en hebben regelmatig een sterke mening als het gaat over maatschappelijke thema’s. Je kan hen daarom ook inzetten als ‘voedselambassadeurs’. Zij kunnen zo mee het thema trekken en andere leerlingen meenemen in het verhaal. Denk bijvoorbeeld aan langsgaan in de klassen, een workshop organiseren of een leuk filmpje maken voor op SmartSchool of op sociale media.

2. Verzamel input

Natuurlijk is het belangrijk om input van alle leerlingen te krijgen, niet enkel van de enthousiastelingen. Een enquête rondsturen is daarom een goed idee om zoveel mogelijk informatie te verzamelen: wat vinden de leerlingen van de huidige regels rond voeding? Valt het huidige aanbod in de smaak? Wat willen ze anders? Welke ideeën hebben ze?

3. Verwerk het thema in de lessen

Het is belangrijk dat leerlingen weten waarom gezonde, duurzame voeding belangrijk is. Daarom is het goed om in te zetten op voedingseducatie in de les én buitenschoolse activiteiten. Het thema kan geïntegreerd worden in verschillende vakken en wordt bij voorkeur multidisciplinair aangepakt, via samenwerking tussen de leerkrachten.

Maar ook buiten het curriculum kan het thema aan bod komen, denk aan het jaarlijkse schoolfeest. Praktijkgericht leren kan het begrip van ons voedselsysteem vergroten, extra vaardigheden bieden en de interesse van kinderen en jongeren vergroten om gezonde, duurzame voeding een prominente plaats te geven in hun eigen leven. Projecten rond gezonde voeding op school kunnen vakoverstijgend of interklassikaal zijn, of zelfs via samenwerkingen met partners uit de brede schoolomgeving.

4. Zet acties op

Op basis van de input die in stap 2 verzameld werd, kan je nu concrete acties beginnen definiëren. Betrek de leerlingen doorheen het hele proces en vraag hen regelmatig om feedback.

Communiceer over je acties (posters, nieuwsbrief, SmartSchool, sociale media, ...) en benadruk steeds de betrokkenheid van de leerlingen.