Benieuwd naar meer?
Elke maand vertellen we je hoe we van goed eten de normaalste zaak ter wereld maken. Voor iedereen, nu en in de toekomst.
Ben je als school op zoek naar een nieuwe cateraar of wil je in de huidige overeenkomst het duurzaamheidsaspect wat hoger op de agenda zetten? We zetten enkele criteria op een rijtje.
Goed eten op school, dat is ook kiezen voor duurzame criteria in openbare aanbestedingen. Ongezonde voeding is vandaag overal aanwezig, vaak goedkoper en wordt meer gepromoot. Het valt dan ook niet te verbazen dat kinderen en jongeren vandaag nog te weinig verse groenten en fruit eten en te veel verzadigde vetten, suikers en zout; helaas met alle gevolgen van dien (overgewicht, obesitas, slechte mondhygiëne, gezondheidsproblemen op latere leeftijd, ...).
Door als school in te zetten op duurzame criteria in openbare aanbestedingen, zet je mee de stap naar gezonde, duurzame voeding voor elke leerling. Het lijkt in sommige gevallen misschien iets duurder, maar op lange termijn heeft het een grote positieve invloed op de schoolprestaties van leerlingen, hun gezondheid én die van onze planeet.
Wil je als school kiezen voor duurzame aanbestedingen? Verlies volgende dingen zeker niet uit het oog:
Tijd om het concreet te maken. Wij sommen hieronder voor jou even de zes belangrijkste criteria op om rekening mee te houden.
Wist je dat 40% van de wereldwijde landbouwgrond wordt gebruikt voor de teelt van veevoer? En wist je dat voor de productie van 1 kg rundsvlees maar liefst 15.000 liter water nodig is? Het is dan ook goed voor de planeet om dierlijke producten regelmatig door plantaardige alternatieven te vervangen.
Heb je al gehoord van de halfhalf-regel van Gezond Leven? Dat betekent dat je de helft van de week voor een plantaardig alternatief kiest. Bij jonge kinderen kan je volgende regel hanteren: de kinderen krijgen een kleine portie vlees om te starten en mogen pas een tweede portie halen als heel hun bord, inclusief groentjes, leeg is.
Wist je dat je zowel de planeet als jezelf een plezier doet door lokaal en volgens de seizoenen te eten? Seizoensgebonden, en dus ook lokaal, eten heeft heel wat voordelen. Lokale, seizoensgebonden producten hebben immers een veel kleinere ecologische voetafdruk. Wil je in de zomer bijvoorbeeld tomaten of aardbeien kweken, dan hoef je daarvoor helemaal geen serres te verwarmen. Bovendien zijn de producten eens zo lekker, omdat ze niet vroeger geoogst hoeven te worden om daarna nog oceanen en landsgrenzen over te steken.
Door zoveel mogelijk lokaal te eten, ondersteun je bovendien kleine boeren en producenten uit jouw buurt.
Als we het over duurzame productie hebben, wil dat zeggen dat ons eten geproduceerd is op een manier die economisch verantwoord, sociaal rechtvaardig, ecologisch leefbaar en cultureel aanvaardbaar is. Een gekend voorbeeld is biologische landbouw. Daarbij worden geen chemische bestrijdingsmiddelen (bv. pesticiden) of kunstmest gebruikt en is er een verhoogde aandacht voor dierenwelzijn. Door voor biologisch te kiezen, bescherm je onze biodiversiteit en ga je mee de strijd aan met milieuvervuiling.
Eerlijke handel, ook wel Fairtrade, garandeert een menswaardig inkomen voor de producenten en de boeren. In het Zuiden, maar ook bij ons verdienen boeren aandacht. Ze krijgen vaak een (te) lage prijs voor hun producten, terwijl ze zelf eigenlijk alle risico’s op een slechte oogst dragen. Risico’s die door de klimaatverandering trouwens alleen maar groter worden. Je herkent eerlijke producten eenvoudig aan hun fairtradelogo. Dat staat voor:
Wereldwijd gaat zo’n 1/3de van al het geproduceerde voedsel verloren. Doen we zo verder, dan hebben we tegen 2050 maar liefst 3 planeten nodig om in onze behoeften te voorzien. Er is nochtans genoeg voor iedereen, maar massale voedselverspilling en grote ongelijkheid zorgen voor een groot onevenwicht. Voedselverspilling gebeurt doorheen de hele voedselketen, van het moment dat het product het veld verlaat tot het in jouw winkelkar belandt.
Er zijn verschillende oorzaken van voedselverspilling, o.a. overproductie, slechte oogstpraktijken, opslagproblemen en onvoldoende distributiesystemen. Voedselverspilling is enorm slecht voor zowel onze planeet als onze economie. Niet alleen het voedsel zelf gaat immers verloren, maar ook alle grondstoffen die worden gebruikt voor de productie ervan.
Zowel op school als thuis is het soms een strijdpunt om kinderen en jongeren vis te leren eten. We vinden het belangrijk dat ze vis leren eten, want vis is een gezonde bron van eiwitten en van heel wat vissen ligt de CO2-uitstoot per kg aanzienlijk lager dan die van vlees. Toch kent de visvangst en -kwekerij ook minder mooie kantjes: problemen van overbevissing, bijvangst, watervervuiling, …
Hoe duurzaam de vis op jouw bord is, hangt echter ook af van de vissoort en hoe (en waar) deze gevangen of gekweekt is. Hoe weet je dan welke vis je best kiest? De viswijzer van WWF heeft een handige kleurencode die weergeeft welke vis je best (uit welke regio) wel of niet eet, én voor welke labels je dan best gaat. Voor duurzaam gevangen vis is dit doorgaans het MSC-label, voor duurzaam gekweekte vis het ASC-label. Verder kies je net zoals bij fruit en groenten ook best voor vis die lokaal en in seizoen is.
Elke verandering begint met iets kleins. Laat je inspireren door onderstaande voorbeelden om ook op jouw school te kiezen voor duurzame aanbestedingen.
Elke maand vertellen we je hoe we van goed eten de normaalste zaak ter wereld maken. Voor iedereen, nu en in de toekomst.