Scholen zijn krachtige plekken. Het zijn omgevingen waar kinderen niet alleen leren, maar ook opgroeien en levenslange (eet)gewoontes ontwikkelen. Echter, niet elke kind start met dezelfde kansen. Daarom bouwt Rikolto, als Belgische partner binnen het SchoolFood4Change-project, samen met 12 Europese landen aan een toekomst waarin gezonde en duurzame voeding een recht is, voor élk kind.
Om beter te begrijpen hoe gezonde schoolvoeding kwetsbare groepen kan ondersteunen, spraken we met professor Manuel Franco (University of Alcalá), sociaal en stedelijk epidemioloog aan het ‘Basque Centre for Climate Change’. Zijn expertise over stedelijke gezondheidszorg, voedselonzekerheid en chronische ziekten biedt waardevolle inzichten in hoe schoolvoeding niet alleen een positieve impact heeft op de volksgezondheid, maar ook lokale inspanningen versterkt dankzij initiatieven zoals de Europese Kindgarantie.
Het bereiken van kwetsbare groepen is één van de kernaspecten van SchoolFood4Change. Wat we precies onder ‘kwetsbaar’ verstaan, verschilt echter van land tot land, en zelfs van stad tot stad. Dat is meteen één van de eerste uitdagingen. Bovendien beschikken we niet over voldoende gegevens over wie die kwetsbare groepen nu écht zijn.
Meestal bedoelen we gezinnen met een laag inkomen, dus gezinnen die onder een bepaalde inkomens- of vermogensgrens vallen. Maar we kijken ook naar migranten, vluchtelingen en eenoudergezinnen. In Europa lopen deze groepen een verhoogd risico op voedselonzekerheid.
SchoolFood4Change werkt rechtstreeks met scholen en focust zich hierbij voornamelijk op scholen in wijken waar veel kwetsbare gezinnen wonen. Binnen de scholengemeenschap proberen we vervolgens actief op zoek te gaan die gezinnen die het meeste ondersteuning nodig hebben.
De kracht van het project ligt echt bij het beleid, zowel op lokaal als nationaal niveau. De projecten zijn uiteraard belangrijk, maar voor echte impact zijn stevige beleidskaders nodig. In de eerste plaats blijft ondervoeding een ernstig probleem bij kwetsbare groepen. We zien in veel steden dat kinderen uit gezinnen met een hoog inkomen hier minder last van ondervinden. Toch is het belangrijk om de nuance te leggen, want ondervoeding gaat ook over slechte kwaliteit van voeding en zelfs overgewicht bij kinderen. Net daarom is het zo belangrijk om die kinderen beter te beschermen en hun gezondheid actief te bevorderen.
Dat brengt ons tot het tweede probleem. Wanneer schoolmaaltijden niet gratis zijn, dan hebben veel gezinnen moeite om hun kinderen dagelijks een voedzame maaltijd te geven. En wanneer dat wel lukt, leidt het vaak tot extra financiële druk. De vraag is dan: wie neemt de voedselrekening op zich wanneer een gezin al amper de eindjes aan elkaar kan knopen?
"Het grootste probleem is misschien wel dat we de leefwereld van kwetsbare gezinnen onvoldoende begrijpen. In veel steden en regio’s weten we niet goed waar deze groepen zich bevinden of wat ze precies nodig hebben. Maar ze zijn een integraal deel van onze samenleving, we mogen hen dus niet zomaar uit het oog verliezen."
Absoluut. Wanneer schoolmaaltijden of ontbijt gratis worden aangeboden, zien we dat kinderen uit kwetsbare gezinnen vaker naar school gaan én er ook langer blijven. En dat is belangrijk, want een school is niet alleen een plek om te leren, maar hoort ook een veilige omgeving te zijn waar kinderen kunnen groeien. Onderwijs is bovendien één van de krachtigste manieren om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken.
De eerste stap is goede data. We moeten niet alleen weten welke gezinnen arm zijn, maar ook hoe het gesteld is met de voedingsgewoonten van hun kinderen. Hebben ze overgewicht? Gebrek aan bepaalde voedingsstoffen? Het is belangrijk om die voedselonzekerheid goed in kaart te brengen, op alle niveaus: van wijk en stad tot regio en land. Echter, overheden en onderzoeksinstellingen hebben die gegevens vaak niet, of ze zijn verouderd.
Het zijn net ngo’s en hulporganisaties zoals UNICEF, Save the Children, EDUCO of het Rode Kruis die vaak het beste zicht hebben op de situatie. Net daarom is het zo belangrijk om hen te betrekken bij beleidsontwikkeling. Door kennis en data te delen, kunnen we veel gerichter kwetsbare gezinnen ondersteunen.
"De grootste uitdaging is: hoe zorgen we ervoor dat dit beleid (Europese Kindgarantie) niet alleen op papier bestaat, maar dat het effectief wordt uitgevoegd door lokale besturen en nationale overheden? Dat vereist niet alleen financiering, maar ook politieke wil. Als we daarin slagen, kunnen we écht het verschil maken voor de kinderen die het het hardst nodig hebben."
Het gaat hier in de kern om een uitdaging voor volksgezondheid en epidemiologie. Pas als we beschikken over nauwkeurige informatie over het eetgedrag van kinderen, de kwaliteit van hun voeding en de impact van voedselonzekerheid, kunnen we doeltreffend ingrijpen. Het probleem? Juist de meest kwetsbare kinderen worden vaak niet meegenomen in officiële gezondheidsenquêtes. En daardoor missen we waardevolle informatie. Als we geen zicht hebben op hun situatie, kunnen we hen ook niet ondersteunen. Het is dus essentieel dat we extra inspanningen leveren om hen wél te bereiken.
Het grootste probleem is misschien wel dat we de leefwereld van die gezinnen onvoldoende begrijpen. In veel steden en regio’s weten we niet goed waar deze groepen zich bevinden of wat ze precies nodig hebben. Maar kwetsbare groepen zijn een integraal deel van onze samenleving, we mogen hen dus niet zomaar uit het oog verliezen. Scholen, overheden en sociale diensten moeten beter gewapend zijn om met die realiteit om te gaan. En dat begint met erkennen dat ze er zijn, en echt proberen te begrijpen wat hun situatie is.
"Een school is niet alleen een plek om te leren, maar hoort ook een veilige omgeving te zijn waar kinderen kunnen groeien. Onderwijs is bovendien één van de krachtigste manieren om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken."
Een gezond eetpatroon is fundamenteel voor de gezondheid van een kind. Een gezond voedingsaanbod op school spelen daarin een sleutelrol, zeker wie hier thuis geen of onvoldoende toegang tot heeft. Maar het gaat verder dan dat: goed eten op school draagt bij aan een duurzamer voedselsysteem. Dat maakt het een win-win. Pakken we het op de juiste manier aan, dan versterken we de volksgezondheid én bouwen we aan een duurzamere planeet.
De Europese Kindgarantie is een veelbelovend beleidskader. Maar het mag geen loze belofte blijven, het moet vertaald worden naar concrete actie op het terrein. De grootste uitdaging is: hoe zorgen we ervoor dat dit beleid niet alleen op papier bestaat, maar dat het effectief wordt uitgevoegd door lokale besturen en nationale overheden? Dat vereist niet alleen financiering, maar ook politieke wil. Als we daarin slagen, kunnen we écht het verschil maken voor de kinderen die het het hardst nodig hebben.
Dit interview werd afgenomen door stagiaire Ine Pynebrouck, en vertaald en herwerkt door communicatiecollega Chloé Van Uytven.